Als voorbeelden zou je kunnen noemen, de wind, de zon, fossiele brandstoffen zoals olie, aardgas en steenkool. Wat ook energiebronnen zijn en waar je niet zo snel aan denkt is voedsel, brandend hout, uranium en magneten.
Alternatieve energiebronnen zijn zonne-energie, windenergie, energie die je uit biomassa haalt, kernenergie of waterenergie. Vooral voor windenergie als energiebron kun je Nederland wel een geschikt land noemen.
Maar hoe zit dat nu met traditionele energiebronnen? De belangrijkste energiebronnen voor elektriciteit en warmte in huis zijn nu nog fossiele brandstoffen, zoals steenkolen en aardgas. Energie uit deze bronnen is relatief goedkoop en in tegenstelling tot duurzame bronnen als zon en wind altijd en in voldoende mate beschikbaar.
Voorbeelden van zulke energiebronnen zijn aardolie, aardgas, steenkool, kernenergie en over de grens ook van schaliegas.
Energiebron, biomassa. De energiebron die biomassa wordt genoemd is een bron die haar energie haalt uit planten. Met planten sla je veel energie op. Met hout krijg je de meeste energie, 15 procent van alle energie is afkomstig van hout of houtafval. Er bestaan ook planten die je kunt verwerken tot brandstof.
Groene energie komt uit groene energiebronnen. Voorbeelden van groene energiebronnen zijn: zonne-energie, windenergie, waterkracht, groen gasen bio-energie. Er wordt steeds meer energie uit groene energiebronnen geput. Grijze energiebronnen. Grijze energie is energie die afkomstig is uit bronnen die op den duur wél opraken.